Wouter van Noort: “Een groot deel van de problemen wordt veroorzaakt doordat we te weinig in symbiose leven met de natuur”
Als mens moeten we weer leren samenleven met andere soorten, stelt NRC-journalist Wouter van Noort. Samen met honderdduizenden lezers duikt hij wekelijks in de grote ecologische vraagstukken van dit moment. “Waar ik me over verbaas, is dat zoveel mensen niet weten hoeveel intelligentie er schuilgaat achter bijen en hommels, of dat planten met elkaar communiceren en dat bomen zintuigen hebben. Ik hoop dat ik mensen anders kan laten kijken.”
Tot een paar jaar geleden schreef je over technologie. Vanwaar de switch naar ecologie?
“Voor mij was 2020 een groot omslagpunt. Ik werd vader, anderhalve maand na de geboorte van mijn zoon begon de pandemie, en in datzelfde jaar overleed mijn moeder. Alles bij elkaar maakte dat ik besloot om een sabbatical te nemen en met mijn gezin vier maanden in een camper door Europa te trekken. Daarvoor was ik af en toe ook al wel bezig met duurzaamheid, maar tijdens die reis werd me duidelijk dat ik voortaan over ecologie wilde gaan schrijven, omdat het zo opviel hoe hard het gaat met de veranderingen in de natuur; smeltende gletsjers, bosbranden waarvoor we twee keer moesten evacueren, droogte. Dat is natuurlijk confronterend als je dat allemaal om je heen ziet, in plaats van dat je erover hoort of leest.
Op een gegeven moment stond ik met mijn zoon op m’n arm naar zo’n gletsjer te kijken en toen drong tot me door: als hij hier straks met zijn kind staat, dan is die gletsjer er niet meer. Dat hij die gletsjer straks niet kan bewonderen is natuurlijk niet het ergste, maar het laat wel zien hoe snel de veranderingen gaan en hoeveel impact dat heeft op het bredere ecosysteem. Want die gletsjers voeden de rivieren en het hele waterstelsel rondom de Alpen, en daarvan is weer allerlei ander leven afhankelijk.”
Uitgelichte quote
Ik probeer weg te blijven van quick fixes en te focussen op nieuwe manieren van kijken, vanuit die andere verhouding tot de natuur
Je bent begonnen met het thema symbiose. Vanwaar die keuze?
“Symbiose betekent samenleven in het oud-Grieks. Het is een organisatieprincipe in de natuur waarbij meerdere soorten langdurig op zo’n manier met elkaar samenleven dat het voor hen allemaal goed uitpakt. Behalve competitie zijn er namelijk ook allerlei andere mechanismen werkzaam in de natuur en symbiose is er daar een van. Ik ben ervan overtuigd dat een groot deel van de problemen waarmee we nu te maken hebben veroorzaakt wordt doordat we te weinig in symbiose met de natuur leven. Dus in die eerste fase na mijn sabbatical ben ik helemaal in dat begrip gedoken: wat is symbiose? Hoe zou een symbiotische stad eruit kunnen zien? En hoe werkt het in de natuur, bijvoorbeeld bij korstmossen?”
Korstmossen zijn één van je fascinaties. Vertel eens.
“Heb je even? Korstmossen zijn geweldig. Ze hebben prachtige uiteenlopende vormen; van bijna koraalachtig tot franjes tot plugkjes haar. Ze kunnen alle kleuren van de regenboog zijn, worden soms duizenden jaren oud en doorstaan alles. Laatst is er eentje op het International Space Station ontdekt die nog leefde ondanks alle hitte, kou en straling. Ze komen overal op Aarde voor, bedekken volgens schattingen 6 tot 8 procent van het landoppervlak, en er zijn zeker 20.000 bekende soorten. Bovendien zijn het bij uitstek symbionten; het woord symbiose is letterlijk bedacht om de samenlevingsvorm van korstmossen in de biologie te omschrijven. Het zijn namelijk helemaal geen mossen, maar unieke samenwerkingsverbanden tussen algen die de fotosynthese voor hun rekening nemen en schimmels die de stevige ondergrond bieden. Ze tarten dus de klassieke grenzen tussen organismen, individuen en identiteiten. Ook nog belangrijk bij korstmossen: ze leven meestal mét de ondergrond, niet ván de ondergrond.”
Uitgelichte quote
Korstmossen tarten de klassieke grenzen tussen organismen, individuen en identiteiten
De meeste mensen gedragen zich allesbehalve symbiotisch, maar denken dat ze boven of buiten de natuur staan. Waar komt dit idee vandaan?
“Ik heb de afgelopen anderhalf jaar veel gesprekken gevoerd met denkers over dit onderwerp en Philipp Blom heeft me goed op weg geholpen. Zijn boek ‘De onderwerping’ gaat over de geschiedenis van de misvatting dat de mens boven en buiten de rest van de natuur staat, want dat is het; een misvatting. Meer dan de helft van onze cellen zijn niet-menselijk. Een gezonde bodem betekent een gezonde mens. En er zijn steeds meer aanwijzingen dat zelfs zoiets ‘unieks menselijks’ als bewustzijn op veel meer plekken in de natuur voorkomt dan we dachten. Dat blijft nog wel wat speculatiever dan bijvoorbeeld de relatie tussen ons darmmicrobioom en het microbioom van de bodem, maar de misvatting dat we boven en buiten de natuur staan, staat onder druk in vrijwel alle takken van de wetenschap. Tegelijkertijd hebben we onze systemen nog steeds ingericht op basis van die misvatting.
Wat Blom mooi beschrijft en ook hard maakt in zijn boek, is hoe diep de wortels van die misvatting zijn. Die zijn namelijk terug te voeren tot de eerste Abrahamitische religies, waaronder het Joodse geloof en het Christendom. Alleen al in het scheppingsverhaal waarin God de mens als laatste schept, en dan ook nog naar zijn evenbeeld, en ons de wereld in stuurt met de boodschap: vermenigvuldig u, heers over de vissen, de vogels, en alle andere dieren, en onderwerp de Aarde. De Verlichting en het kapitalisme hebben vervolgens zo’n turbo gezet op dat wereldbeeld, dat we nog wel een tijdje zoet zijn om dat te ontmantelen. Maar dat is wel waar het om draait: dat we, in plaats van onszelf te zien als losstaand, weer leren nadenken over hoe we ons tot al het andere leven waarmee we diep verbonden zijn kunnen verhouden.”
Uitgelichte quote
Als journalisten hebben we een enorme spotlight in handen, en daarmee hebben we ook de verantwoordelijkheid om die af en toe te richten op het hoopvolle
Zou de media hierin niet een veel grotere rol moeten spelen?
“Ik denk dat de verhouding beter kan tussen beschrijven wat er fout gaat en beschrijven hoe het anders kan. Als je een jaar lang alle voorpagina’s van NRC op een rijtje zou leggen, dan denk je: jeetje, wat voor wereld is dit? Daar word je helemaal hopeloos van. Ik heb dat bijvoorbeeld ook met het journaal. Toch gaat het me niet per se om constructieve journalistiek, of positief nieuws; je moet ook kunnen blijven benoemen wat verkeerd gaat. Als we kantelpunten in het aardsysteem bereiken moet je dat ook opschrijven, zelfs al heb je nog niet direct handelingsperspectief of een oplossing. Maar als journalisten hebben we een enorme spotlight in handen, en daarmee hebben we ook de verantwoordelijkheid om die af en toe te richten op het hoopvolle, op de initiatieven die wel de goede kant op gaan.
Waar ik me bijvoorbeeld over verbaas, is dat zoveel mensen niet weten hoeveel intelligentie er schuilgaat achter bijen en hommels, of dat planten met elkaar communiceren, of dat bomen zintuigen hebben en de wereld zelfs kunnen waarnemen. Dat zijn helemaal geen kraakverse wetenschappelijke inzichten, maar alleen al dat benoemen en met mooie voorbeelden en nieuwe onderzoeken verder uitwerken, daardoor zie je toch dat mensen opengaan en denken: oh ja, shit, het is ook zo, wij mensen zijn natuur. Tegelijkertijd blijft het een zoektocht, want om de hele tijd met grote ogen vol verwondering naar de wereld om je heen te kijken, dat lijkt me ook geen gezonde journalistieke basishouding… Je moet ook kritisch blijven en tegenargumenten blijven verzamelen.”
Geef eens een voorbeeld.
“Veel pioniers die ik spreek, of denkers die spannende ideeën hebben over hoe je een samenleving of de economie anders kunt inrichten, zijn nog veel kleiner dan de mainstream. Laatst verdiepte ik me bijvoorbeeld weer in de kledingindustrie, de ultra fast fashion, en hoe hard die bedrijven groeien. Daar kan geen regeneratieve mode-pionier tegenop. Zelfs met allerlei regelgeving en duurzaamheidseisen is het heel lastig om daar serieuze concurrentie voor te vormen. Hetzelfde geldt voor voedselbossen. Dat is op zich een hele mooie, hoopvolle ontwikkeling, en het is belangrijk dat daarmee geëxperimenteerd wordt. Tegelijkertijd moet je ook vaststellen dat het nu nog niet productief genoeg is; we kunnen niet de hele wereld voeden met voedselbossen.”
Uitgelichte quote
Dat monolithische denken van óf industriële landbouw óf voedselbossen is de verkeerde manier van kijken
Misschien hoeft dat ook niet en hebben we juist een veelheid aan oplossingen nodig.
“Ja, dat monolithische denken van óf industriële landbouw óf voedselbossen is inderdaad de verkeerde manier van kijken. Toch moeten al die oplossingen bij elkaar opgeteld wel genoeg zijn om betekenisvolle verandering in gang te zetten, en nu gaat dat vaak nog te traag. Wat me ook opvalt, is dat veel regeneratieve pioniers het lastig vinden om uit de schattige hoek te komen. Ik was laatst bij Triodos bank en zij worstelen daar ook mee; het gebrek aan schaal blijft een ding. Zelf ben ik er nog niet helemaal uit, want het lijkt ook te botsen; die hang naar schaal en groei en omvang is misschien wel precies waar we vanaf moeten…”
Uitgelichte quote
Een van de beste dingen die je voor het klimaat kunt doen, is het vergroten van walvispopulaties
Je hield je lang bezig met technologie. Kan het ons helpen om ecologie centraal te stellen?
“De meeste technologie wordt nog steeds gebruikt voor extractie en exploitatie, daar zijn de verdienmodellen van grote techbedrijven ook op gebaseerd: de extractie en exploitatie van data. Dus dat is weer dat extractieve wereldbeeld. Toch zouden we daar ook symbiotische uitgangspunten in kunnen bakken. Als je bijvoorbeeld kijkt naar wat er met AI kan, zoals het ontcijferen van walvistaal waardoor je patronen in walvisgezang kunt ontdekken en leert begrijpen: wat zingen die dieren eigenlijk? Dan zou je een soort Google Translate voor dieren kunnen ontwikkelen. Maar het kunnen ook technologieën uit de natuur zelf zijn, zoals de levende doodskisten van Bob Hendrix, gemaakt van schimmels. Dat lijkt triviaal, maar het is ontzettend slim verzonnen, omdat het gebruik maakt van iets dat schimmels in de natuur al de hele tijd doen; dode organismen recyclen. En wat Justdiggit doet in Afrika vind ik een weergaloos voorbeeld van de impact die je kunt maken met een hele simpele low-tech interventie. Namelijk: het graven van kuilen, waardoor regenwater blijft staan, er planten gaan groeien en er beestjes komen, waardoor er meer planten komen en uiteindelijk ook struiken en bomen ontstaan. Dus ja, symbiotische technologie bestaat, het kan. Maar ook daar; het is allemaal klein en lief. Big tech is veel groter dan symbiotische tech.”
Wat is volgens jou dan de manier om grootschalige verandering te creëren?
“Waar ik enthousiast van word, zijn ontwikkelingen waarin de onderstroom en de bovenstroom elkaar vinden en versterken. Zoals het succes van zonne-energie. Dat is te danken aan subsidieregelingen, maar ook aan allerlei energiecollectieven en burgercoöperaties die het veel aantrekkelijker hebben gemaakt om daarmee aan de slag te gaan. Dus daarin zie je een mooie combinatie van iets dat zonder top-down innovatie en belastingmaatregelen nooit zo snel was gegaan, maar dat zich dankzij burgercollectieven van onderaf heeft verspreid en verder heeft ontwikkeld.
Daarnaast blijf ik hameren op dat symbiotische wereldbeeld. Als we in steden alleen al rekening zouden houden met dat een stad niet enkel fijn moet zijn voor mensen, maar ook voor vogels en vleermuizen, dan ontstaat er een hele andere blik waarmee we veel problemen kunnen oplossen. En we moeten niet vergeten om de complexiteit van de dingen in de gaten te houden. Zo is het herstellen van bossen goed voor CO2-opslag, maar een van de beste dingen die je voor het klimaat kunt doen, is het vergroten van walvispopulaties. Omdat die allerlei algen omhoog woelen en ander zeeleven aantrekken en zorgen voor stromingen en wisselingen tussen waterlagen, waardoor de CO2-opname in oceanen veel sneller gaat. Daarom probeer ik altijd weg te blijven van quick fixes en te focussen op nieuwe manieren van kijken, vanuit die andere verhouding tot de natuur. Zonder daarbij een soort duurzaamheidsprofeet te worden…”
Uitgelichte quote
Een meer persoonlijke metafoor voor mijn werk is schelpen zoeken. En dan heb ik ook nog een mooie etalage waarin ik die tentoon kan stellen, als een soort curator van oplossingen
Hoe zou je jouw rol dan beschrijven? Geen profeet, maar…
“Ik vind de term weaver wel mooi. Dat je probeert verschillende draadjes samen te brengen en dat tot een geheel te weven. Een meer persoonlijke metafoor voor mijn werk – iets dat ik tijdens mijn sabbatical ook heb herontdekt – is schelpen zoeken. Eens per week ga ik naar het strand om schelpen en fossielen te zoeken en thuis leg ik die mooi in een kastje. Dan poets ik ze nog eens op en verander ik de volgorde weer. Dat doe ik eigenlijk ook in mijn werk. Ik ga op zoek naar een strand waar heel veel schelpen liggen, heel veel ideeën, en daar pik ik er een paar van uit. En dan heb ik ook nog een mooie etalage waarin ik die tentoon kan stellen, als een soort curator van oplossingen.”
Wat is de volgende ‘schelp’ die in jouw museum terechtkomt?
“Symbiose blijft de komende tijd nog wel een belangrijk thema. Net zoals de vraag: hoe verbeteren we onze relatie met de rest van de levende wereld? En ik ben bezig met een nieuw idee. Het gaat in Nederland zo vaak over wat we níet willen, waardoor de verbeeldingskracht soms ver te zoeken lijkt. We zijn nu met 18 miljoen mensen in Nederland, wat is het Nederland dat we wíllen? Waar willen we naartoe werken? En wat zijn daarbij onze gedeelde drijfveren, waarden, verlangens? Dus daar wil ik induiken. Uiteindelijk is dat lonkende perspectief toch waar mensen hun bed voor uitkomen.”
Wie is Wouter van Noort?
Voor NRC schrijft journalist Wouter van Noort (1985) over een betere toekomst. Samen met zijn lezers, ruim 120 duizend volgers op LinkedIn en luisteraars probeert hij grip te krijgen op de grote veranderingen die er op ons afkomen: van klimaatverandering tot technologische veranderingen en van de ecologische crisis tot de groene transitie. In zijn nieuwsbrief en podcastserie Future Affairs benoemt hij niet alleen wat mis gaat, maar gaat hij ook op zoek naar oplossingen, ideeën, initiatieven en pioniers die schetsen hoe het anders kan. Daarnaast geeft Wouter gastlessen aan verschillende Nederlandse universiteiten en is hij de mede-oprichter van Symbiotic Shift: een gemeenschapsevenement dat onderzoekt hoe we in ons leven en werk regeneratieve keuzes kunnen maken.