Li An Phoa: “Als we goed voor zoet water zorgen, is er overvloed. Ook als we straks nog met veel meer mensen zijn”
Van de Maas tot aan de Thames en de Donau, elk jaar loopt ecoloog Li An Phoa honderden kilometers langs rivieren. Terwijl ze loopt, verenigt ze mensen in een stroomgebied voor hetzelfde doel: drinkbare rivieren. Een gesprek over de rivier als spiegel, de verdroging van onze landschappen en waarom boeren de schuld geven géén zin heeft. Li An Phoa: “Mensen hebben dorst naar gemeenschap.”
Je bent de oprichter van Drinkable Rivers, wat is jullie missie?
“Met onze stichting willen we een wereldwijde beweging voor drinkbare rivieren creëren. Dit doen we door rivierwandelingen te organiseren, van bron tot monding. Al lopende brengen we mensen in contact met het water en met elkaar, waardoor ze realiseren dat ze onderdeel uitmaken van hetzelfde stroomgebied. En dat ze een rivier weer drinkbaar kunnen maken als ze de gezondheid van dat stroomgebied als hun kompas adopteren. Alles wat we op het land doen, wordt namelijk weerspiegeld in rivieren. Ze zijn een spiegel van hoe we leven.
Verder rekken we de collectieve verbeeldingskracht op. De meeste mensen hebben kraanwater volledig als norm geaccepteerd, terwijl er zeventig jaar geleden nog plekken waren waar we rechtstreeks uit rivieren konden drinken, ook in Nederland. Zo ontmoette ik tijdens mijn wandeling langs de Maas een tachtigjarige man die als kind op weg naar school uit de Dommel dronk, een zijstroom van de Maas. Door elkaar deze verhalen te vertellen, ontdekken we hoe natuurlijk drinkbare rivieren eigenlijk zijn, en hoe onnatuurlijk de manier is waarop we op dit moment naar drinkwater en rivieren kijken.”
Uitgelichte quote
Zodra we een eind maken aan de vervuiling, komt het zelfherstellende vermogen van de rivier terug
Hoe kwam jij zelf tot dit inzicht?
“In 2004 vertrok ik naar Canada om samen met een groep expeditieleden een maand lang de Rupert rivier af te kanoën, van bron tot monding, om aandacht te vragen voor een megadam die in het gebied gebouwd dreigde te worden. Tijdens de tocht dronk iedereen met z’n handen uit de rivier, dat was daar normaal. De eerste slok ontroerde me diep, zo’n schoonheid had ik nog nooit ervaren. En tegelijkertijd de realisatie: túúrlijk, zo dronken onze voorouders altijd, waarom had ik daar nooit eerder bij stilgestaan?! Op dat moment werd de rivier mijn leraar. Ze leerde me denken in gezonde relaties en deed me inzien dat we iedereen nodig hebben om een stroomgebied gezond te houden, en dat het slechts één handeling vergt om een rivier te vervuilen.
Toen ik drie jaar later in het gebied terugkwam, was de rivier niet langer drinkbaar. Van alle kanten werd ik gewaarschuwd: ‘Je kunt hier niet drinken, de vissen gaan dood en zijn misvormd, en de mensen zijn ziek.’ Ondanks onze inzet was de megadam toch gebouwd, waardoor zware metalen uit de nabijgelegen mijnbouw in het water terecht waren gekomen. Die schok en frustratie, maar ook de rouw en het verdriet, maakte dat ik op dat moment aan de Rupert beloofde: ‘Ik zal me de rest van mijn leven inzetten voor drinkbare rivieren.’”
Uitgelichte quote
Als we goed voor zoet water zorgen, is er overvloed, ook als we straks nog met veel meer mensen zijn
Kunnen we vervuilde rivieren eigenlijk weer drinkbaar maken?
“Dit kost tijd en hangt af van de staat van het ecosysteem, maar in principe geldt: zodra we een eind maken aan de vervuiling, komt het zelfherstellende vermogen van de rivier terug. Alleen dan moeten we haar wel de kans geven. Je kunt het vergelijken met een wond op onze eigen huid. Als het goed is, kan je lichaam die wond weer herstellen, alleen dan moet je niet de hele tijd in die wond gaan zitten wroeten. En dat is wel wat we nu doen.”
Wat gaat er allemaal mis?
“Een van de grote problemen is dat onze landschappen enorm verdroogd zijn. We hebben planten, bomen en struiken aan de oevers van rivieren weggehaald en natte gebieden – zoals veen- en moerasgronden – verdroogd. Wereldwijd is daarvan tussen de 60 en 90 procent verdwenen, op sommige plekken zelfs 95 procent. Het water heeft hierdoor geen plek meer. Zowel niet verticaal, in bomen en planten, als horizontaal in de bodem en in het landschap. Met als gevolg dat we een belangrijk buffersysteem zijn kwijtgeraakt dat water kan opvangen in natte tijden, als een spons, en dat het in droge tijden juist kan vrijgeven.
Parallel hieraan hebben we onze rivieren uitgediept en rechter gemaakt, zodat we met grotere schepen sneller van A naar B konden varen. Het gevolg hiervan is dat het schaarse zoete water dat we op deze planeet hebben – waarvan bijna al het leven afhankelijk is – nu veel sneller de zee bereikt. Begrijp me niet verkeerd: als we goed voor zoet water zorgen, is er overvloed, ook als we straks nog met veel meer mensen zijn. Alleen dan moeten we er wel goed voor zorgen en dat betekent onder andere dat we het niet te snel moeten afvoeren, maar rivieren juist moeten laten doen waar ze goed in zijn: het water door het landschap verspreiden en verdelen.
Een hieraan verwant probleem, is dat we oevers van rivieren hebben verhard, waardoor planten, struiken en bomen zijn verdwenen, maar ook mosselen, schelpen, slakken en oesters hun habitat zijn verloren: wezens die er juist voor zorgen dat een rivier schoon blijft. Dat is dat zelfreinigende vermogen. Bovendien creëren groene oevers schaduw, waardoor de rivier koel blijft. Maar als je al het groen weghaalt, houd je een kaal oppervlak over dat steeds warmer wordt, waardoor het water opwarmt, de zuurstofconcentratie in het water daalt en het leven in de rivier het steeds lastiger krijgt.
Tenslotte vertellen toxicologen ons dat er elke 1,6 seconde een nieuwe onbekende chemische stof in onze leefomgeving bijkomt. En dat is dus niet één stof, maar iedere dag tienduizenden stoffen, die elkaar waarschijnlijk ook nog versterken. Hierbij kun je denken aan al onze medicijnen, microplastics en pesticiden, maar ook chemicaliën zoals PFAS die inmiddels niet alleen in rivieren, maar ook in ons eigen bloed worden aangetroffen.”
Uitgelichte quote
We moeten rivieren laten doen waar ze goed in zijn: het water door het landschap verspreiden en verdelen
Terwijl we de natuur vernietigen, maken we onszelf dus ook kapot.
“Dat klopt, al zou ik het woord ‘natuur’ liever niet gebruiken, omdat het een scheiding veronderstelt tussen de mens en de rest van het leven. En die scheiding is nu net de kern van het probleem. Wij mensen zijn natuur, we zitten er middenin, we maken er onderdeel van uit. Gelukkig maar! We hoeven ecosystemen dus niet te betuttelen, het enige wat we moeten doen is niet tegen hun wijsheid ingaan. Dat vereist een nieuwe grondhouding, die we met Drinkable Rivers proberen aan te wakkeren.”
Gebeurt dat tijdens de rivierwandelingen waarover je eerder vertelde?
“Onder andere, maar we hebben ook een burgerwetenschapsproject waarbij vrijwilligers uit 22 verschillende landen op pad gaan om de waterkwaliteit van hun rivier te monitoren. Daarbij kijken ze naar allerlei parameters, zoals de chemische stoffen in het water, maar ook ecologische aspecten zoals de insecten die rondom de rivier leven en fysieke aspecten zoals de hoeveelheid zwerfplastic. Hierdoor ga je met andere ogen naar het landschap kijken en je er daardoor ook anders toe verhouden.
Eenzelfde effect vindt plaats tijdens de wandelingen. Ik ben bijvoorbeeld net terug van een wandeling langs de Berkel. In twee weken tijd zijn we met zes vaste wandelaars van Duitsland naar Zutphen gelopen, en elke dag liepen er 30 tot 50 mensen met ons mee. Mensen hebben dorst naar gemeenschap, naar gesprekken over hoe we op een betere manier met elkaar en al het andere leven kunnen samenleven.
En het mooie is, terwijl je loopt, merk je letterlijk en figuurlijk: iedere stap die we voor de gezondheid van rivieren zetten, doet ertoe. Na afloop houden mensen vaak contact en ontstaan er actiegroepen. Zo vormen er steeds meer ‘rivierfamilies’: mensen wiens levenslijn door het water met elkaar vervlochten is.”
Uitgelichte quote
Iedere stap die we voor de gezondheid van rivieren zetten, doet ertoe
Er is steeds meer aandacht voor de relatie tussen pesticiden en watervervuiling. Hoe kijk je naar de rol van boeren?
“Ik heb dertien jaar lang een nomadisch bestaan geleid en in die periode ben ik van boer tot boer getrokken, omdat ik wilde ontdekken hoe ons voedselsysteem in elkaar zit. Het punt is dat alle boeren die ik ooit heb gesproken wel wíllen veranderen, maar dat ze vastzitten in een systeem van ‘meer’, ‘groter’ en ‘sneller’; door de overheidssubsidies die ze ontvangen, door de leningen die ze zijn aangegaan. Dat systeem kent haar oorsprong in de periode na de Tweede Wereldoorlog, toen we als maatschappij besloten: nooit meer honger, en dus massaal inzetten op efficiëntie ten koste van alles.
Dus ja, het is om te huilen dat we middelen zoals glyfosaat – ondanks dat we alle gevolgen kennen – nu weer hebben goedgekeurd, en ja, boeren moeten minder pesticiden gebruiken. Maar als we daarvoor alleen boeren verantwoordelijk maken, of zelfs voor verantwoordelijk houden, dan slaan we de plank volledig mis, en dat is wel wat er op dit moment gebeurt. Het doet me pijn, deze manier van met elkaar omgaan, alsof je bepaalde ooms en tantes niet uitnodigt voor een familiediner. Door die houding gaan we steeds meer naast elkaar leven, in plaats van met elkaar.”
Via het water kunnen we elkaar – als ‘rivierfamilie’ – weer vinden.
“Precies. Daarom zijn lokale burgerinitiatieven zo belangrijk. Dat is trouwens nog iets wat de overheid veel meer zou moeten stimuleren, want nu nemen ze alles uit handen. Hierdoor weten de mensen die met een rivier samenleven helemaal niet meer hoe het systeem in elkaar zit en hoe ze daarop invloed kunnen uitoefenen. Hoe mooi zou het zijn als overheden juist lokale initiatieven zouden stimuleren, zowel met kennis en tijd als met geld? Dan kan onze betrokkenheid bij de landschappen waarin we wonen terugkeren.”
En als mensen na het lezen van dit interview willen bijdragen, waar kunnen zij beginnen?
“Dat ligt aan waar hun hart van gaat zingen. Als je van wandelen houdt, doe dan mee met een van onze wandelingen, is onderzoek doen je ding, dan kun je je aansluiten bij ons burgeronderzoek. Maar het kunnen ook hele andere dingen zijn, zoals het verwijderen van je tuintegels om het grondwaterpeil een handje te helpen, het opruimen van plastic of het vergroenen van oevers samen met je buren. Er zijn tig dingen die je kunt doen, waar je ook woont, maar het startpunt zou altijd moeten zijn: dat wat jou gelukkig maakt. Dan zul je zien dat je in de rest van je leven automatisch ook anders naar de invloed van jouw handelen op rivieren gaat kijken. Het is een soort spier die je traint.”
Meer lezen over hoe we ecologie centraal kunnen stellen in alles wat we doen? Volg We Are The ReGeneration op LinkedIn en Instagram, dan mis je niks.
Oorspronkelijke publicatiedatum: 10 juli 2024. Laatste update: 19 augustus 2024.
Wie is Li An Phoa?
Li An Phoa (1980) is ecoloog, filosoof en de oprichter van Drinkable Rivers. Met deze stichting werkt Li An aan een wereld met drinkbare rivieren. De afgelopen tien jaar wandelde ze ruim 19.000 kilometer rivieren af om aandacht te vragen voor de gezondheid van deze ecosystemen. In 2021 publiceerde ze samen met haar partner Maarten van der Schaaf het boek Drinkbare rivieren, in het Engels vertaald als Drinkable Rivers: How the River Became My Teacher. Li An geeft geregeld gastcolleges bij Hogeschool Van Hall Larenstein, Nyenrode Business Universiteit en de Rotterdam School of Management. Ook is Li An oprichter van de nomadische school Spring College, waarmee ze buiten wandelend lesgeeft.