Arita Baaijens: “Als ik twijfel heb kunnen zaaien over hoe de wereld in elkaar zit, ben ik tevreden”

opinie

“Als ik twijfel heb kunnen zaaien over hoe de wereld in elkaar zit, ben ik tevreden”

Tekst Nadine Maarhuis Fotografie Sabine Rovers Gepubliceerd 18 juni 2025 Leestijd 11 minuten

Na vele expedities in de verste uithoeken van de wereld, besloot schrijver en ontdekkingsreiziger Arita Baaijens een jaar lang in gesprek te gaan met de Noordzee. Wat begon als een experiment, groeide uit tot een radicaal ander perspectief op ecologie en verbondenheid. Arita: “Er is niet één manier om de werkelijkheid te begrijpen.”

Je trok zeventien jaar lang met kamelen door de woestijn. Hoe ben je uiteindelijk bij de Noordzee beland?

“Alles wat ik dacht te weten over mezelf en de wereld werd in die woestijn losgeschud. De band met het landschap was intens: ik ging er volledig in op. Maar op een dag was het voorbij. Niet omdat ik het zat was, maar omdat de woestijn míj leek af te wijzen. Alsof een geliefde vertrekt zonder uitleg en niet meer terugkomt.

In die leegte reisde ik in 1997 naar Zuidwest-Siberië, waar het sjamanisme na de val van de Sovjet-Unie opnieuw tot leven kwam. Aanvankelijk keek ik met westerse scepsis naar die wereld – ik dacht: in wat voor show ben ik beland? Maar die houding liet ik snel varen. Ik wilde begrijpen hoe mensen dáár natuur ervaren, en of ik dat ook kon. Ik trok door het landschap, een lange expeditie, en overal waar ik kwam, noteerde ik wat ik zintuiglijk waarnam – zonder voorkennis. Later ontdekte ik dat veel van de plekken waar ik iets bijzonders voelde, heilig of betekenisvol waren voor de lokale bevolking.

Wat ik daar leerde was: er is niet één manier om de werkelijkheid te begrijpen. In het Westen vragen we steeds: wie heeft er gelijk? Maar de echte vraag is: welk verhaal willen we als samenleving omarmen? Zie je een bos als productiehout of als heilige plek? Dat maakt het verschil tussen verdwijnen en voortbestaan.

Die keuze zie je ook bij de Noordzee. Misschien wel sterker dan waar dan ook: er is nauwelijks een ecosysteem waar de mens zó ingrijpt. Maar dat de zee een levend wezen is, wordt steevast vergeten. Na mijn eerdere reizen vroegen lezers me vaak: ‘Waarom doe je niet eens een project in Nederland?’ Dat zette me aan het denken. Wat zegt het over ons, dat we het landschap hier zo functioneel benaderen? Wat zegt die relatie over wie we zijn? De Noordzee leek me de ideale plek om die verhouding te bevragen.”

Uitgelichte quote

Als je in afstandelijke taal denkt, neem je ook afstandelijke beslissingen
Arita Baaijens Arita Baaijens: "Het systeem kantelt vanzelf. Het loopt nu al vast." Fotograaf: Sabine Rovers
Arita Baaijens Fotograaf: Sabine Rovers

Dus ging je een jaar lang in gesprek met die zee.

“Ja, dat idee ontstond tijdens een bezoek aan het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Ik dacht: stel dat Nederland over niet al te lange tijd een zoöperatie is – een samenleving waarin ook niet-menselijk leven, zoals planten, dieren en ecosystemen, een stem heeft. Dan is er toch iemand nodig die spreekt namens al het leven in zee. Dus besloot ik: ik ga bij de Noordzee solliciteren op die functie. En dan neem ik een jaar de tijd om me voor te bereiden, want ik wist veel te weinig. Dus ik ben in gesprek gegaan met de zee, en met mensen die de zee goed kennen – ecologen, vissers, bestuurders, kunstenaars, wetenschappers.

Wat me opviel, was dat al die mensen, ook vissers en beleidsmakers, écht van de zee houden. Maar zodra het gesprek professioneel werd, verdween die persoonlijke band. Dan ging het alleen nog over data, beleid, grafieken en klonk er in hun woorden niets meer door van de poëzie van de zee. Taal vormt en kneedt ons denken, dus als je in afstandelijke taal denkt, neem je ook afstandelijke beslissingen. Dan is de zee niet langer een levend wezen, maar een object dat je beheert, benut, exploiteert.”

Uitgelichte quote

De visstand is dramatisch: elk jaar sterven er 1,5 miljard vissen, waarvan de helft bijvangst is

Hoe gaat het daardoor met de Noordzee?

“Met het stukje zee dat wij ‘de Noordzee’ noemen – want de zee zelf kent natuurlijk geen grenzen, die vloeit over in alle wereldzeeën – gaat het ronduit slecht. De visstand is dramatisch: door de industriële visserij sterven jaarlijks 1,5 miljard vissen, waarvan de helft bijvangst is.

Dammen, stuwen en gemalen vermalen palingen die van zout naar zoet water willen trekken. De zuurgraad van het water is gedaald. En dan de scheepvaart: zo’n 250.000 scheepsbewegingen per jaar. Het geluid van dieselmotoren is oorverdovend: bruinvissen en andere dieren raken er volledig van in de war.

Dan heb je natuurlijk de windmolenparken. Iedereen doet zijn best om de ecologische schade te beperken, maar het heien tijdens de bouw leidt tot gehoorschade, desoriëntatie en zelfs depressie bij zeezoogdieren en vissen die afhankelijk zijn van echolocatie.

Daarbovenop komen giflozingen uit landbouw en industrie, die via de rivieren in zee terechtkomen. En dan zijn er nog de baggerschepen: die halen jaarlijks 30 tot 40 miljard kilo zand uit de zeebodem – voor kunstmatige eilanden, windparken en kustversterking.”

Uitgelichte quote

Ik stel me voor hoe daar straks ruïnes staan, overgenomen door planten en bomen die door de ramen groeien
Arita Baaijens op onderzoek
Arita Baaijens op onderzoek met de zeekleurenwaaier van Valerie van Leersum. Fotograaf: Arita Baaijens
Arita Baaijens
Arita Baaijens: "De zee trekt zich niks van onze grenzen aan. Alles staat in verbinding." Fotograaf: Sabine Rovers

Klinkt alsof het tij niet meer te keren is.

“Weet je wat het is: er zijn zoveel mooie initiatieven van mensen die zich inzetten voor het leven in zee. Zoals Stichting Doggerland, die een rechtszaak voorbereidt tegen de overheid omdat die natuurbescherming in de Noordzee niet serieus neemt. Of de Ambassade van de Noordzee, en de beweging voor Rechten voor de Natuur. Ik ontmoet veel jonge mensen, van de Wageningen Universiteit, het IVN, de HKU. Daar bruist het. Al die groepen samen – ook internationaal – laten een andere wind waaien. Dus mijn hoop is: als we allemaal blijven doen wat we doen – op onze eigen manier, juridisch, artistiek, in beleid of in verbeelding – dan kantelt het systeem vanzelf. Het loopt nu al vast.

Ik kijk vanuit mijn huis uit op de Zuidas en telkens denk ik: ik kijk naar het verleden. Die advocatenkantoren, die banken – die horen bij een wereld die eigenlijk al voorbij is. Die heeft geen toekomst. Dat is mijn medicijn: ik stel me voor hoe daar straks ruïnes staan, overgenomen door planten en bomen die door de ramen groeien. En dan ga ik weer verder, en werk ik door aan een andere mogelijkheid – aan échte verbinding met de levende wereld om ons heen.”

Uitgelichte quote

Op een gegeven moment keek ik recht in het oog van een bultrugwalvis
Arita Baaijens: "Laat mij maar doen waar ik goed in ben: onderzoek, verhalen vertellen, een beetje provoceren." Fotograaf: Sabine Rovers

Was er tijdens jouw onderzoek een moment waarop je ineens heel diep die verbinding voelde met de Noordzee?

“Ja, talloze keren – vooral als ik ging snorkelen. Dat heb ik in de Atlantische Oceaan bij Schotland gedaan en in de Noordelijke IJszee bij Noorwegen. Je zou kunnen zeggen: dat is niet de Noordzee, maar die zee trekt zich niets aan van onze grenzen. Alles staat met elkaar in verbinding.

Met het team van Sea Women Expeditions onderzocht ik het gedrag van walvissen en orka’s. Het was december, hartstikke donker, maar toch doken we in droogpakken het water in. Op een gegeven moment keek ik recht in het oog van een bultrugwalvis. Een dier dat de weg kent van de Evenaar tot aan de Noordpool. Een zeezoogdier met een taal, een cultuur, met het vermogen om in 3D te zien. Terwijl wij daar ronddobberen, maakt zij een soort röntgenfoto van ons, en ziet onze lever, ons hart, alles.

Dat hoog intelligente dier komt voorbij, met hersenen die vijf keer groter zijn dan de onze, en ineens draait zij zich om en kijkt me recht aan. Ik kan het nauwelijks beschrijven, maar er voltrok zich iets essentieels. Ik werd gezien. En zij werd gezien. Vanaf dat moment wist ik: ik kan hierna niet zomaar terug naar een volgend project. Ik weet nu iets over de wederkerige relatie met het leven in zee. Die kennis brengt verantwoordelijkheid met zich mee.”

Uitgelichte quote

Ik probeer mensen te raken, te ontregelen, iets in hen los te maken

Toch ben je uiteindelijk niet gaan solliciteren als spreker van de Noordzee…

“Kijk, het punt is: die zee bestaat gewoon. Ze hoeft haar bestaan niet te verantwoorden tegenover ons. Maar zodra je in gesprek gaat met bestuurders, ben je precies dát voortdurend aan het doen. Je raakt verstrikt in eindeloze pleidooien over waarom zij iets goeds zouden moeten doen voor de zee.

Dus ik dacht: als die zee mij aanneemt als spreker, dan zit ik voor altijd vast aan bestuursvergaderingen en krijg je hooguit vijf minuten spreektijd om economische en technologische argumenten aan te dragen om iets in beweging te krijgen. Terwijl ik juist probeer mensen te raken, te ontregelen, iets in hen los te maken.

Laat mij maar doen waar ik goed in ben: onderzoek, verhalen vertellen, een beetje provoceren. Ik ben wie ik ben. Het past mij beter om de poëtische kracht en schoonheid van de zee over te brengen op mijn manier, dan om op afroep te mogen spreken in een beleidszaal. Dus ik ben wel naar de zee gegaan, en het ís ook een gesprek geworden – maar geen sollicitatie.”

Uitgelichte quote

Wat ontbreekt zijn werkwoorden die laten zien dat niet alleen de mens handelt, maar ook de bodem, een boom of de zee
Closeup getijdenpoel
Close up van het zeeleven in een getijdenpoel. Fotograaf: Arita Baaijens
Strand
Fotograaf: Sabine Rovers

Hoe belangrijk is een andere taal als we ons met ecosystemen willen verbinden?

“Je moet maar eens een beleidsrapport lezen. Waterambitie, biodiversiteit, toekomstvisie: uit die woorden spreekt geen wederkerige relatie met het levende wezen of het ecosysteem waarover het gaat. Het blijft een monoloog van de mens tot de wereld. Wat ontbreekt zijn taalregels en werkwoorden die laten zien dat niet alleen de mens handelt, maar ook de bodem, een boom of de zee. In inheemse talen heeft natuur wel zeggingskracht en handelingsvermogen. Dan kun je bijvoorbeeld zeggen dat de grond het leggen van eieren voor schildpadden onmogelijk maakt – dat betekent dat die grond te hard is. Maar snap je, die grond, die aarde, die doet iets. In het Riffijns –  een taal die gesproken wordt in de Rifstreek in het noorden van Marokko – bestaat een woord dat wij zouden vertalen als ‘verzeeën’: de visser wordt de zee, en andersom. Zulke woorden kennen wij nog niet.”

Wat hoop je dat dit project bij mensen teweegbrengt?

“Als ik twijfel heb kunnen zaaien over hoe de wereld in elkaar zit, dan ben ik tevreden. Hopelijk zet het mensen ertoe aan om anders in de wereld te gaan staan, met een andere blik. Dat ze ineens verder kunnen kijken dan ze ooit dachten te kunnen zien.”

Meer weten? Lees Arita’s boek In gesprek met de Noordzee en bekijk de documentaire Het gezicht van de zee.

Wie is Arita Baaijens?

Arita Baaijens (1956) groeide op in Ede en studeerde biologie in Amsterdam. Na enkele jaren als milieubioloog gaf ze haar vaste baan op om de woestijn in te trekken. Tussen 1988 en 2004 zwerft ze elke winter met kamelen door Egypte en Soedan, vaak alleen of met nomaden. Ze schrijft daarover onder meer Een regen van eeuwig vuur en Woestijnnomaden.

 

In 2007 reist ze naar Siberië, waar haar zoektocht naar het mythische Shambala uitmondt in het boek Zoektocht naar het paradijs (2016), een bestseller. Ze trekt te paard rond het volledige Altaigebergte en raakt gefascineerd door de bezielde relatie tussen mens en landschap. Later volgt onderzoek in Papoea Nieuw Guinea, waar ze samen met bosbewoners de betekenis van het tropisch woud onderzoekt.

 

Vanaf 2017 richt Baaijens zich ook op Nederland, met het project Paradijs in de Polder, over onze verhouding tot landschap en natuur. In 2020 start ze Taal voor de toekomst, waarin ze een jaar lang in gesprek gaat met de Noordzee. Dit experiment – dat ze in 2023 verder uitbreidt door zich een jaar lang voor te bereiden op een sollicitatie bij de Noordzee als ‘Spreker voor het leven in de zee’ – leidt tot het boek In gesprek met de Noordzee en de documentaire Het gezicht van de zee. 

 

Baaijens ontving internationale erkenning en onderscheidingen, waaronder de Women of Discovery Humanity Award (2014), de titel Traveler of the Year van de Spaanse Geografische Sociëteit en de Groeneveldprijs (2020).

Arita Baaijens
Arita Baaijens: "Hopelijk zet ik mensen ertoe aan om anders in de wereld te gaan staan, met een andere blik." Fotograaf: Sabine Rovers