TiFN Project

Loekie Schreefel & Jerry van Dijk

Activiteiten:Wetenschappers

Initiatiefnemer:Loekie Schreefel & Jerry van Dijk

Start:2018

Plaats:Wageningen & Utrecht

Tekst Nadine Maarhuis Fotografie Sabine Rovers Gepubliceerd 13 juli 2022 Leestijd 4 minuten
Loekie Schreefel Jerry van Dijk TiFN project

Introductie

Hoeveel agro-wetenschappers gaan dagelijks in gesprek met boeren en laten zich door de praktijk voeden? Niet genoeg, weet promovendus Loekie Schreefel. Terwijl het cruciaal is als je met je onderzoek een verschil wilt maken. Binnen het TiFN-project werkt hij daarom nauw samen met de mensen die ons voedsel produceren. "Je moet tegen een boer niet zeggen: 'Dit is wat je moet doen.' Je moet ze het heft in eigen hand teruggeven."

bodemonderzoek Fotograaf: Sabine Rovers

“Als je de marketingafdeling van grote voedselbedrijven mag geloven is iedereen tegenwoordig bezig met regeneratieve landbouw. Er wordt steeds vaker met de term geshopt, daar moeten we voor uitkijken”, vertelt Loekie Schreefel, die aan de Universiteit van Wageningen promoveert als onderdeel van het TiFN project. “Ik heb onderzocht wat we nu precies bedoelen met regeneratieve landbouw door wereldwijd alle wetenschappelijke definities met elkaar te vergelijken. Daar komt als kern uit dat de bodem de basis is. Dus als je het hebt over regeneratieve landbouw, dan heb je het over bodemboeren: boeren die hun bodem gezonder maken en vanuit daar bijdragen aan allerlei ecosysteemdiensten, zoals koolstofopslag en meer biodiversiteit.”

“Doe je dat niet, en focus je je bijvoorbeeld alleen op het verminderen van bestrijdingsmiddelen, dan is dat prima, maar kun je het niet regeneratief noemen”, gaat Loekie verder. Om greenwashing te voorkomen publiceerde hij zijn definitie van regeneratieve landbouw in het artikelRegenerative agriculture – the soil is the base’. Loekie: “Het is een duidelijke boodschap richting de industrie, zodat ze niet langer met de term aan de haal kunnen gaan.”

Uitgelichte quote

Ik zou geen wetenschapper kunnen zijn wiens onderzoek ergens onderin een la beland
Loekie Schreefel Jerry van Dijk TiFN project Loekie Schreefel (links) en zijn collega Jerry van Dijk (rechts). Fotograaf: Sabine Rovers
Laptop Loekie Schreefel Fotograaf: Sabine Rovers

Regeneratief handelingsperspectief

“Ik denk dat wetenschappers uit hun ivoren torentje moeten stappen en in gesprek moeten gaan met boeren”, deelt Loekie. “Laten we geen dominante voorschrijvende rol aannemen, maar juist kijken: wat hebben boeren nodig om de transitie richting regeneratief te maken? Zodat we dat kunnen terugkoppelen aan politici, beleidsmakers en het bedrijfsleven.”

Loekie en zijn collega’s van het TiFN-project werken daarom samen met voedselbedrijven en twintig gangbare en (op weg naar) regeneratieve boeren. “Zo heeft alles wat we onderzoeken meteen impact en kunnen we één-op-één in gesprek met partijen als FrieslandCampina en Rabobank. Dat is voor mij echt de motivatie om dit werk te doen. Ik zou geen wetenschapper kunnen zijn wiens onderzoek ergens onderin een la beland.”

“Regeneratieve landbouw is een vrij brede term, maar als je het op boerderijniveau bekijkt, dan betekent ‘zorgen voor je bodem’ bij iedereen iets anders. Boeren in het veenweidegebied hebben bijvoorbeeld te maken met veenoxidatie, daar hebben boeren op kleigronden geen last van”, legt Loekie uit. “Door in gesprek te gaan met boeren kom je erachter hoe divers de regeneratieve praktijk is. Juist die diverse praktijk is voor mij interessant, omdat ik wil weten wat de daadwerkelijke bijdrage is van context-specifieke oplossingen.

Op dit moment werkt Loekie aan een framewerk dat boeren in verschillende omstandigheden en fasen laat zien aan welke regeneratieve knoppen ze kunnen draaien én welke consequenties dat heeft. “Stel je wilt biodiversiteit stimuleren, dan zijn er verschillende manieren waarop je dat kunt doen. Per bedrijfssysteem creëer ik een model, waarmee boeren precies kunnen zien: als ik dit doe, dan heeft dat deze impact op de bodem, de benodigde arbeid en de winst van mijn bedrijf. Zodat ze weten waar ze aan toe zijn en vervolgens zelf kunnen kiezen welke stappen ze willen zetten. Dan geef je de boer de vrijheid om te kiezen en zelf de consequenties voor de praktijk te bepalen.”

“Regeneratieve landbouw klopt aan alle kanten, omdat het voor iedereen meer welzijn genereert: de bodem, de dieren, de volksgezondheid én de boer”, deelt Loekie. Hij hoopt dat het over tien jaar de norm is: “Dat zou niet alleen heel veel milieuproblemen oplossen, maar ons voedselsysteem ook lokaler – en daarmee minder afhankelijk van kwetsbare import en export – maken.”

Meer weten over de wetenschap achter regeneratieve landbouw? Lees het verhaal van agro-ecoloog Pablo Tittonell