Bert van Ruitenbeek: “We zijn heel hard bezig de tak af te zagen waar we op zitten”
De biologisch-dynamische landbouw bestaat dit jaar precies een eeuw. Bert van Ruitenbeek kijkt achterom en vooruit. “We zien de landbouw als een levend systeem. Je moet meebewegen met de natuur, niet altijd willen ingrijpen en beheersen.”
Hoe is de biodynamische landbouw ontstaan?
“Een internationale groep bezorgde boeren en grondbezitters kwam in 1924 samen in Polen met een gemeenschappelijke zorg: ze wilden geen chemie op het land. Kunstmest is vooral ontstaan omdat men na de Eerste Wereldoorlog een nieuwe afzetmarkt zocht voor de ingrediënten waarmee explosieven werden gemaakt. En onze pesticiden en fungiciden komen voort uit de productie van zenuwgas. Er wordt weleens gezegd dat de biodynamische landbouw in de kern een vredesbeweging is. Dat is relevanter dan ooit: we moeten stoppen met de oorlog tegen de natuur.
Die boeren in 1924 vroegen advies aan natuurwetenschapper en filosoof Rudolf Steiner, bekend als grondlegger van de antroposofie. Hij heeft toen een serie van acht lezingen gegeven, later bekend geworden als ‘de landbouwcursus’, met als centrale gedachte dat alles wat leeft met elkaar samenhangt. Die lezingen zijn uitgeschreven en zwermden uit met de boeren die weer naar huis gingen. Dat werd de grondgedachte van de biodynamische landbouw. Een systeemvisie, een holistische blik. Holisme is lange tijd taboe geweest in het wetenschappelijke denken, maar komt nu weer terug. Dat is broodnodig. Er bestaan immers geen op zichzelf bestaande kwaliteiten, alles bestaat in de samenhang met het grotere geheel.”
Uitgelichte quote
We moeten stoppen met de oorlog tegen de natuur


Wat is de rol hierin van Stichting Demeter?
“We zijn een certificeringsorganisatie die boeren, verwerkers en handelaren het Demeter-keurmerk voor biodynamische landbouw verleent. Diegenen die daarvoor in aanmerking willen komen, melden zich bij ons aan, en dan komen we op bezoek om een bedrijfsprofiel op te zetten. Dat wordt voorgelegd aan onze licentiecommissie, om te kijken wat er moet gebeuren om aan onze normen te voldoen. Na de periode van aspirant licentiehouder worden de bedrijven door geaccrediteerde inspecteurs beoordeeld. In Nederland zijn dat nu 156 Demeter gecertificeerde boeren, wereldwijd zijn dat er 7.000 in 60 landen. In Nederland worden de Demeter-producten verkocht in speciaalzaken en boerderijwinkels en soms ook in de supermarkt als een individuele teler daar lokaal afspraken mee heeft.”
Wat zijn de normen van Demeter?
“We werken met vijf kenmerken van de biodynamische landbouw, waaronder het zorgdragen voor een levende bodem, het respecteren van de integriteit van het dier, en je als mens willen ontwikkelen aan de landbouw. In de praktijk komt dat neer op minstens 10 procent van je land natuur ondersteunend maken om biodiversiteit te bevorderen, koeien niet onthoornen en hanen bij de hennen laten, kringlopen van mest en voedsel zoveel mogelijk sluiten, en niet meer dan 112 kilo stikstof per hectare uitbrengen.
De normen gaan niet alleen over de bedrijfsvoering op de boerderij, maar ook over de verwerking in het proces daarna. Die willen we zo puur mogelijk houden. Dus bijvoorbeeld niet de melk homogeniseren om te voorkomen dat het vet samenklontert. Bij Demeter-melk heb je, net als vroeger, nog zo’n vetkraag bovenop de melk. En in vruchtensap willen we bijvoorbeeld geen concentraat hebben, dus alles zo puur mogelijk.”
Hoe kijkt Stichting Demeter naar het boerenbedrijf?
“We zien de landbouw als een levend systeem, en daarmee ook het boerenbedrijf als een levend organisme. Dat betekent dat je constant op systeemniveau kijkt. Als een koe of een gewas ziek wordt, grijp je niet meteen naar de middelen, maar ga je onderzoeken wat de oorzaak kan zijn. Daarvoor moet je kunnen uitzoomen en ook durven vertrouwen op je intuïtie en de kracht van de natuur.”


Hoe ga je dan om met bijvoorbeeld een zieke koe?
“Een van de eerste zaken waar je naar kijkt, is het voer. Veel biodynamische boeren hebben een kruidenweitje op hun grond en als een koe ziek is, laat je de koe op die weide. Het dier weet zelf wat het moet eten om beter te worden. Dat hebben wij mensen ook: als we ons niet lekker voelen, ontbijten we ook niet met een kop sterke koffie en drie gebakken eieren. Je kunt ook kijken naar de boer: is hij gestrest en brengt hij die stress onbedoeld over op zijn dieren? Als een koe de ruimte krijgt, veel de wei in mag en weinig krachtvoer eet, dan is ze veel minder vaak ziek dan onder een regime van intensieve, industriële landbouw. Daar spelen bijvoorbeeld veel klauwproblemen. Die veroorzaken we mede door koeien te onthoornen. Als een koe drachtig is, heeft haar lichaam veel mineralen nodig die ze normaal uit de hoorns haalt. Als die er niet meer zijn, komt het uit de klauwen, de hoeven. En dat kan klauwproblemen veroorzaken. Vroeger werd het ook gezegd als vrouwen zwanger waren: elke baby kost een tand.”
En wat als een gewas door insecten wordt opgegeten?
“Eerst even afwachten. Soms komen er vogels of roofinsecten om de plaag te bestrijden. Biodiversiteit is je sterkste wapen. En soms moet je als boer ook je verlies nemen. Accepteren dat een deel van je oogst dit jaar niet lukt. Met de toenemende weersextremen gaan er helaas steeds vaker oogsten mislukken en is diversiteit daarom steeds belangrijker. Je kunt niet van het landschap eisen: hier zal altijd broccoli groeien. Je moet meebewegen met de natuur, niet altijd willen ingrijpen en beheersen. Dat vergt wel dat de rest van de keten ook meebeweegt. Want als je een leveringsgarantie hebt getekend met de supermarkt, moet je als boer nog betalen, ook als de oogst mislukt. We moeten accepteren dat de boer, bijvoorbeeld afhankelijk van de hoeveelheid slakken, de ene keer meer of minder sla levert.”
Zit de antroposofische grondslag weleens in de weg als het gaat om de acceptatie van biodynamische landbouw?
“Het is een ander wereldbeeld dan ons zogeheten rationeel-wetenschappelijke wereldbeeld. Maar zo rationeel is dat trouwens niet: het sluit alles uit dat we niet kunnen meten of niet willen zien. In de landbouw draait het om zo veel mogelijk productie op de kortst mogelijke termijn. Zonder oog voor alle schade aan het land, de natuur en onze gezondheid. We dagen natuurlijk wel het heersende systeem van de intensieve landbouw uit en dat probeert zich te verweren door biodynamisch soms belachelijk te maken. Maar het is gewoon een bewezen landbouwmethode die werkt. Je hoeft de antroposofie er niet voor te omarmen. Vergelijk het met een monnik die een bloeiende kloostertuin onderhoudt. Als hij zegt dat het door God komt, haken veel mensen af, maar als hij zijn kennis en ervaringen deelt, en mede dankzij liefdevolle aandacht een mooie tuin heeft gecreëerd, willen we wel luisteren.”
Worden biodynamische uitgangspunten wetenschappelijk ondersteund?
“Deze landbouwmethode levert concrete, toetsbare en positieve resultaten. In november organiseert Demeter een wetenschappelijk congres waarop we de resultaten delen van veldproeven in Zwitserland. Daar wordt al 45 jaar op de ene grond biodynamisch geproduceerd en op de andere grond worden de methoden van de reguliere landbouw gebruikt. Daar komt de biodynamische landbouw ontzettend goed uit. De opbrengst is goed, de voedselkwaliteit ook, en verder is er winst in de biodiversiteit, het water-regulerend vermogen van de grond, het behoud van vruchtbaarheid. Dat zijn allemaal resultaten die in de intensieve landbouw niet worden meegenomen in de prijsvorming, maar waarvan de maatschappelijke kosten op de maatschappij worden afgewenteld. Het is niet zo moeilijk om met kunstmest en kunst- en vliegwerk een plant als een raket uit de grond te laten schieten, maar het gaat om veel meer dan dat.”
Uitgelichte quote
Hoe mooi het zou zijn als we een soort buddy-systeem zouden hebben, waarbij oudere biodynamische boeren hun kennis overbrengen op een startende generatie


Waar zie jij het verschil tussen biodynamische landbouw en biologische- en regeneratieve landbouw?
“De biologische landbouw richt zich vooral op het weghouden van chemie en kunstmest, de biodynamische landbouw houdt daarnaast rekening met alle levens- en natuurkrachten die werkzaam zijn in onze aarde, in onze planten, in ons als mensen en de ons omringende kosmos. De regeneratieve landbouw gaat voor een groot deel over dezelfde aspecten als de biologisch-dynamische landbouw: bodemleven, geen monoculturen, biodiversiteit, het leven centraal en meer. Maar er zijn ook wel verschillen, zoals het belang van dierlijke elementen in de landbouw en de sociaal-ecologische en spirituele aspecten.
Waar ik bezwaar tegen heb, is dat de term ‘regeneratief’ niet gedefinieerd is. Je zou dus ook aan regeneratieve landbouw kunnen doen met gentech-gewassen, of met chemie en kunstmest en daar zijn wij juist erg op tegen. Daarmee is de term ‘regeneratief’ gevoelig voor greenwashing door de grote agro-industriële bedrijven. Ze komen met beelden van een boer met een strohoed, noemen dat regeneratief, en proberen zo hun imago op te vijzelen. Maar ze omarmen niet de beginselen van de biologische landbouw, laat staan de biodynamische. Hun systeem is nog steeds gebaseerd op beheersen en overheersen. Er is nu een enorme lobby aan de gang vanuit de industrie om genetisch bewerkt zaaigoed toe te laten tot de Europese landbouw. Voor ons is dat de overtreffende trap van overheersing. We proberen dat uit alle macht tegen te houden, omdat het onze autonomie aantast en ons afhankelijk maakt.
Maar ik zie ook zeker de positieve energie van de regeneratieve beweging. Ik denk wel eens, hoe mooi het zou zijn als we een soort buddy-systeem zouden hebben, waarbij oudere biodynamische boeren hun opgebouwde kennis zouden overbrengen op een jonge en startende generatie.”


Wat heeft de biodynamische landbouw in 100 jaar opgeleverd?
“Het is vooral een kraamkamer van ideeën geweest. Hoe je dieren moet verzorgen naar hun aard, hoe je biodiversiteit bevordert, hoe je de grond beter achterlaat dan je hem aantrof, hoe je voedselkwaliteit meet door niet alleen naar nutriënten te kijken maar ook naar vitaliteit. Het is een heel inspirerende beweging met inspirerende mensen, die laat zien dat verandering mogelijk is. Dat landbouw zonder bestrijdingsmiddelen op significante schaal echt kan.”
Wordt het jubileum gevierd?
“Jazeker, we hebben al een eeuwfeest gehad met allerlei activiteiten en een congres met de Indiase wetenschapper en activiste Vandana Shiva, en er komen er nog meer. Theatervoorstellingen, een speciale krant, biologisch dineren. En diermonologen, waarbij we de stal in gaan en iemand een verhaal vertelt vanuit de beleving van de koe of het varken, waarbij we ons echt in het dier proberen te verplaatsen. Die kunstzinnige aspecten zijn belangrijk, omdat je juist met zulke ervaringen mensen kunt raken en verandering in gang kunt zetten.”
Is dat wat je bedoelt met de ‘menselijke’ kant van deze vorm van landbouw?
“Een van de kenmerken die Demeter hanteert is dat we ons als mensen willen ontwikkelen met landbouw. Boeren reflecteren tijdens Collegiale Toetsing met elkaar op waar ze mee bezig zijn om elkaars persoonlijke ontwikkeling te stimuleren. Noem het de sociaal-culturele, of de sociaaleconomische kant. We kijken sterk naar lokale gemeenschappen en lokale kennis: wat kan jij als boer, in het landschap en op de grond waarop je werkt, produceren? Biodynamische landbouw is in de kern een veel omvattende, levende landbouwcultuur.”

Is de levensvisie achter biodynamische landbouw ook breder relevant, bijvoorbeeld in hoe we omgaan met de natuur?
“Absoluut. Historisch gezien hebben we zo’n 80.000 eetbare soorten geconsumeerd waarvan drieduizend wijdverbreid. Inmiddels zijn vier gewassen verantwoordelijk voor tweederde van alle calorieën die we binnenkrijgen: maïs, soja, tarwe en rijst. Op alle niveaus heeft zich een enorme versmalling voltrokken van de agro-biodiversiteit. En dat heeft zich in een adembenemend tempo voltrokken waarbij landbouw tot agro-industrie is verworden met een steeds kleiner aantal multinationals die de handel in chemie en zaaigoed beheersen. Er is daardoor heel veel verloren gegaan aan diversiteit, aan voedingswaarde, aan gezondheid en aan autonomie van de boeren. De markt ging zich steeds sterker richten op volume en uiterlijke kwaliteit en werd primair winstgedreven. En dat zie je niet alleen in de landbouw, maar binnen de hele maatschappij.
De landbouwcrisis, de klimaatcrisis en de ecologische crisis hebben natuurlijk allemaal met elkaar te maken. Ook hier moet je naar de samenhang kijken. We hebben veel te lang vanuit een reductionistisch wereldbeeld geopereerd waarin we ons afgescheiden waanden van de natuur. Er spelen processen en krachten die we met ons huidige instrumentarium niet kunnen meten, en daarom doen we maar alsof die niet bestaan. Een houding van liefde en respect voor het leven en een holistische blik daarop is zeker niet alleen in de landbouw op zijn plaats.”
Wat zijn jullie volgende stappen?
“We doen nu een groot onderzoek onder de boeren die bij ons zijn aangesloten, zowel de oude pioniers als de jonge garde, om te horen wat er bij hen speelt en welke stappen zij willen zetten. We zullen onze rol gaan spelen op het gebied van zaaigoed, de eiwittransitie, het loskomen van fossiele brandstoffen, en natuurlijk klimaatverandering. We moeten ons aanpassen, de veerkracht en robuustheid van het land herstellen, anders nadenken over de waterhuishouding op het land. We moeten gaan inzien dat weersextremen helaas alleen maar zullen toenemen.”
Hoe kijk je naar de toekomst van de landbouw?
“We zijn heel hard bezig de tak af te zagen waar we op zitten. We vernietigen de bron die ons voedt. We gaan er maar vanuit dat er altijd voedsel in de schappen zal liggen, maar het begint echt kritiek te worden. Steeds vaker zullen oogsten gaan mislukken. Maar weet je waar ik moed uit haal? Al die vrolijke, leuke mensen die elkaar inspireren op het gebied van echt duurzame en sociaal verbonden landbouw. De manier waarop we leven moet fundamenteel anders, maar dat kan een feestje zijn, als we elkaar opzoeken. We moeten heel realistisch zijn, maar ook weten dat verandering echt kán.”
Oorspronkelijke publicatiedatum: 19 juni 2024. Laatste update: 1 oktober 2024.
Wie is Bert van Ruitenbeek?
Bert van Ruitenbeek is directeur van Stichting Demeter, die zich bezighoudt met de certificering en promotie van biologisch-dynamische landbouw. Hij was 10 jaar lang directeur van Biologica, een beleidsorganisatie voor biologische landbouw en voeding, en daar initiatiefnemer van Adopteer een Kip, Adopteer een Appelboom en de Week van de Smaak. Daarvoor was hij onder meer hoofd Voorlichting bij UNICEF-Nederland en als freelance-journalist werkzaam voor onder andere NRC-Handelsblad. Ook organiseerde hij vanuit zijn eigen bedrijf Ecominds tien jaar lang debatreeksen in de Rode Hoed in Amsterdam over de toekomst van de landbouw en ons voedsel. Verder is hij initiatiefnemer van het Groenboerenplan.
